Van vogels en bloemen
Het MirAnDa Trio
Mirjam Rietberg - harp
Anna Azernikova - zang
Dasha Beltiukova - fluit
André Caplet Viens! Une flûte invisible
Camille Saint-Saëns Viens! Une flûte invisible
Maurice Ravel Cinq mélodies populaires grecques
Jacques Ibert Entr’acte voor fluit en harp
Mikhail Glinka De Leeuwerik (zang, fluit en harp)
Mikhail Glinka / Mili Balakirev De Leeuwerik (harp solo)
Sergej Rachmaninov Seringen (zang en harp)
Pjotr Tsjaikovski Bij het raam - Koekoek
Aleksander Aljabjev / Jean-Pierre Rampal Nachtegaal - variaties voor fluit en harp
Mikhail Ippolitov-Ivanov 3 liederen op. 68 op gedichten van Rabindranath Tagore
Het MirAnDa Trio, met de bijzondere bezetting van harp, zang en fluit, brengt op vrijdag 20 december een zeer gevarieerd en interessant programma. In Museum Het Schip, gewijd aan de Amsterdamse School, kun je vanaf 16.00 uur luisteren naar een programma dat deels is gewijd aan composities uit de belangrijkste bouwperiode van de Amsterdamse School en deels geïnspireerd door de tentoonstelling over tuinsteden en tuindorpen die je momenteel in Het Schip kunt bekijken. Geniet van muziek van o.a. Saint-Saëns, Ravel, en Rachmaninov maar ook van Caplet, Ibert en Ippolitov-Ivanov. Welkom bij Festival Winteravonden aan de Amstel 2024!
-
Je hoort als eerste het gedicht ‘Viens! Une flûte invisible’ van Victor Hugo uit zijn bundel Contemplations, door twee Franse componisten op muziek gezet. Camille Saint-Saëns componeerde zijn zeer romantische lied in 1885. De ‘onzichtbare fluit’ in het gedicht klinkt tussen de verzen door. André Caplet schreef in een veel modernere stijl en geeft de fluit een veel onafhankelijkere rol. Beide versies werden geschreven voor piano, fluit en zang, de harp neemt hier de pianopartij voor z’n rekening.
De Cinq mélodies populaires grecques zijn gebaseerd op Griekse populaire liederen en tussen 1904 en 1906 in verschillende fasen door Maurice Ravel geharmoniseerd. Ze werden allemaal geschreven in opdracht van Michel Dimitri Calvocoressi, een goede vriend van Ravel, van Griekse afkomst. Ravel zelf arrangeerde in 1913 drie van de vijf liederen voor zang, harp en tamboerijn, Carlos Salzedo arrangeerde de liederen in 1930 voor zang en harp.
Jacques Ibert (1890-1962) studeerde aan het Conservatorium van Parijs voordat hij aan een succesvolle carrière als componist begon. Hij schreef voor een verscheidenheid aan instrumenten en zijn werken zijn tot op de dag van vandaag populair. Entr'acte uit 1935, voor fluit of viool en harp vormt hierop geen uitzondering.
Mikhail Glinka (1804-1857), die ook wel de ‘vader van de Russische muziek’ genoemd wordt, was de de eerste Russische componist die internationaal erkenning vond. Hij overleed vrij jong in Berlijn, maar liet een heel divers oeuvre na. Het lied ‘De leeuwerik’ was een van de liederen in de bundel ‘Afscheid van St. Petersburg’ uit 1840 en gaat over het vogeltje dat op de grond heel onopvallend is, maar in de lucht prachtig kan zingen. Mili Balakirev, geboren in 1836, arrangeerde verschillende werken van Glinka, die hij zeer bewonderde. "De Leeuwerik" is de beroemdste van hen. Glinka bedacht deze uitzonderlijk mooie en droevige melodie, Balakirev arrangeerde de prachtig stromende figuratie.
Begin april 1902 begon Sergej Rachmaninov aan het componeren van twaalf korte romances voor solozang en piano, opus 21 op een tekst van Ekaterina Andreyena Beketova. Volgens zijn nicht Natalja Satina componeerde hij er ‘ongeveer een per dag, om geld te verdienen voor onze huwelijksreis’. Zij trouwden eind van die maand en Rachmaninov voltooide de liedcyclus waarvan je hier het vijfde lied, ‘Seringen', hoort tijdens die reis aan het meer van Luzern.
Tsjaikovski is als componist het bekendst vanwege zijn balletmuziek en symfonieën. Maar hij schreef ook 104 liederen, waarvan je er hier twee kunt beluisteren. Als eerste ‘Ik opende het raam’ uit de 6 Romances op. 63 op tekst van Konstantin Romanov over iemand die het raam opent en een nachtegaal hoort zingen in de seringen. ‘De koekoek’ maakt deel uit van 16 Kinderliederen op. 54 op tekst van Alexei Plesjtsjejev. In het lied vraagt de koekoek aan de spreeuw wat de mensen in de stad over de vogels zeggen. Als blijkt dat ze over de koekoek niets zeggen, kondigt hij aan uit wraak een hele eeuw ‘koekoek, koekoek’ te zingen.
Componist Aleksander Aljabjev geldt als een van de vaders van het Russische lied, hoewel alleen het lied ‘De Nachtegaal’ nu nog enige bekendheid geniet. Hij schreef het lied in de gevangenis, nadat hij van de moord op een valsspeler werd beschuldigd na een nachtelijk kaartspel. De bekendste compositie gebaseerd op het lied is van Glinka, maar vanmiddag kun je luisteren naar een serie variaties van de beroemde Franse fluitist Jean-Pierre Rampal.
We sluiten af met de eerste drie liederen uit de Vier liederen op. 68 op gedichten van Rabindranath Tagore van Mikhail Ippolitov-Ivanov. Ippolitov-Ivanov studeerde aan het conservatorium van Sint-Petersburg o.a. bij Nikolaj Rimski-Korsakov. Hij werkte als dirigent in Georgië en Sint-Petersburg, was professor aan het conservatorium in Moskou en werd daar later ook directeur. Zijn muzikale taal is laat-Romantisch, met sterke invloeden van minderheden in de toenmalige Sovjet-Unie.